Pagina 3 - Walther en Billy op de Titanic

7
h o o f d s t u k 
Twee jongens lopen op een marktterrein in Southampton.
Ga je mee, Billy?’ vraagt de een.
Waarheen?’
Naar de haven, joh. De Titanic is aangekomen; ’t moet een
reusachtig schip zijn. Mijn vader zei dat er nog nooit zo’n
grote boot hier in de haven van Southampton gelegen heeft.’
Goed, ik ga mee. Hoe lang is het lopen?’
Walther denkt even na en antwoordt dan: ‘Anderhalf uur. Dat
heb je er toch wel voor over?’
Ik wel, ik wil dat schip wel eens zien.’
Laten we dan maar gaan.’
De jongens zetten de vaart erin. Binnen anderhalf uur zijn
ze bij de grote haven. Ze hoeven niet te vragen waar de boot
ligt, want honderden mensen zijn op de been om de kolos te
bezichtigen. ’t Is dan ook wel de moeite waard!
Als de jongens bij het grote schip komen, kijken ze hun ogen
uit. Wat een reusachtig zeekasteel! Vier grote schoorstenen
maken de aanblik nog indrukwekkender. Zoiets hebben ze
nog nooit gezien.
Die boot kan wel driehonderd meter lang zijn,’ meent Billy.